Syntropische landbouw,
zin en onzin van nóg een naam in de duurzame landbouw
Door Jos Willemsen
Agroforestry, kringlooplandbouw, permacultuur, voedselbosbouw, regeneratieve landbouw… Er bestaan al zoveel namen voor vormen van duurzame landbouw, is de naam ‘Syntropische landbouw’ dan ook nog nodig?
Dat is een vraag die ik veel hoor en dat was ook mijn vraag toen ik mij in 2016 voor het eerst in de syntropische landbouw verdiepte. Is Syntropische landbouw niet gewoon onder permacultuur, voedselbos of agroforestry te scharen? Is het verschil werkelijk zo groot en relevant? Nu ik enkele jaren verder ben stel ik mij een andere vraag: Is het onderscheiden van verschillende vormen wel zo belangrijk, gaat het niet veel meer om het succes waarmee ieder van ons de voedselproductie op herstellende wijze kan innoveren, meer dan om de naam die we eraan geven? Ondertussen heb ik geleerd dat het precies dit succes van innovatie is wat syntropische landbouw zo bijzonder maakt en waarmee ook andere vormen van duurzame land- en bosbouw kunnen innoveren.
Het was februari 2017 toen ik naar het zuiden van Spanje toog. Ernst Götsch zou daar een training geven. Zijn verhaal kende ik een beetje en dit verhaal had mij getroffen omdat hij in het herstellen van zwaar gedegradeerde landschappen en bossen zo succesvol was. En ook omdat ik wist dat hij er net als ik voorstander van is om in bossen en ecosystemen zwaar in te grijpen, wanneer je ziet dat leven in zo’n bos niet langer goed stroomt. Dynamiek, misschien kon ik daarover van Götsch nog wel iets meer leren… Ik had vooraf nooit kunnen bedenken dat deze vlucht naar Spanje mijn leven zo ingrijpend zou veranderen.
Syntropische landbouw bevat een set van principes en methoden die in het spectrum van regeneratieve landbouw uniek zijn en nog door weinigen worden toegepast. Het onderscheidt zich van andere vormen van agroforestry of voedselbosbouw door het actief bijdragen aan het optimaliseren en accelereren van de natuurlijke bosvorming. Door niet te streven naar een zo genaamde ‘natuurlijke balans’ maar te werken aan een optimaal succes van de natuurlijke creatiepatronen. Niet door de natuur met rust te laten maar juist door zelf actief aan het succes van andere soorten bij te dragen. Het doel is de werking van de vaak zwaar ontwrichte ecosystemen weer in hun kracht te zetten en steeds succesvoller te maken, de patronen waarin zonne-energie door planten, dieren, schimmels en bacteriën in de biosfeer wordt opgehoopt opnieuw te activeren. Om vervolgens uit dit ophopende weefsel steeds meer te kunnen oogsten.
de zon als voedende bron
explosie
de biosfeer als ophopend weefsel
implosie
De kleine plantafstanden en de zware zomersnoei horen tot de meest onderscheidende kenmerken. Alles is er op gericht het oogsten van energie (het maximaliseren van de fotosynthese) steeds succesvoller te maken en is er op gericht deze gevormde groene biomassa als gemakkelijk opneembaar voedsel aan het bodemleven over te dragen en de energie in het systeem op te hopen. Waardoor het bodemleven in staat wordt gesteld om steeds talrijker te worden en in het opneembaar maken van nutriënten voor de planten steeds succesvoller te zijn. De teelt bestaat dus uit productie van voedsel (en/of grondstoffen) en groenbemesters tegelijkertijd. Onder de groenbemesters zijn er vooral ook bomen om van te snoeien.
Het is door de intense zomersnoei en het mulchen dat dit ophopen steeds succesvoller wordt. Het is door het systeem uit balans te brengen dat het systeem de balans opnieuw weer opzoekt, dit is hoe levende systemen stromen en hoe steeds meer productie en ook steeds meer biodiversiteit ontstaat. Reeds ontwikkelde syntropische systemen zijn ondertussen uiterst productief terwijl gelijktijdig de bodem steeds vruchtbaarder wordt, processen van verdroging worden teruggedraaid en de biodiversiteit steeds meer toeneemt. Zonder enige vorm van input van buitenaf.
Ik vergelijk Syntropische landbouw graag met zeilen. Het is meegaan op de wind, een voortdurend observeren en samenwerken om het hoogste potentieel er uit te halen. Dit samenwerken is ook waar de naam 'syntropie' vandaan komt. Waar entropie het proces is waarin energie en energiematerie van een complexe samenstelling naar een eenvoudige gelijkmatige samenstelling verandert, is syntropie het omgekeerde, het is het proces waarin energie en energiematerie samenwerkt en zo van een eenvoudige gelijkmatige samenstelling naar een rijkere complexe samenstelling verandert. Syntropie heeft dus niets met de tropen te maken zoals de naam misschien doet vermoeden, syntropie beschrijft de natuurlijke creatieprocessen. Ernst Götsch heeft zijn methode van agroforestry met deze naam benoemd.
Opmerkelijk is zo ook dat niet gedacht wordt in termen van concurrentie. Met het planten in kleine plantafstanden wordt gehandeld volgens de principes van ‘cooperation and unconditional love’ zoals Ernst Götsch dat noemt. Hoe meer planten hoe meer energie er geoogst wordt, hoe sneller het systeem zich verrijkt. Het dunnen, snoeien en mulchen bevordert de groei van de planten, hierdoor werkt het ecosysteem op zijn hoogste potentieel.
Ook het omgaan met wat ziekten en plagen genoemd worden heeft binnen de Syntroische landbouw een heel andere benadering. Götsch noemt ziekten en plagen ‘The agents of the department of life improvement processes’. Volgens Götsch zijn het niet de ziekten en de plagen die de gewassen aantasten maar leeft het gewas in verslechterde condities waardoor het gewas hiervoor vatbaar is. Wij zijn opgegroeid met verouderde concepten waarin goed en kwaad bestaan, maar in het syntropy gedachtegoed bestaat alleen het goede en zijn wij het die het goede van het kwade niet goed begrijpen. Alles werkt mee om het ophopen van energie steeds succesvoller te maken. Waar energie niet goed stroomt wordt de blokkade opgeruimd en wordt plaats gemaakt voor iets anders wat binnen die (vaak verslechterde) condities wel goed stroomt en groeit en wij verwarren dat met het kwaad. In de syntropische landbouw worden zo genaamde ziekten en plagen daarom niet bestreden, ook niet op een natuurlijke wijze. In de syntropische landbouw wordt gezorgd voor condities waarin planten echt gezond kunnen zijn. Bij het vaststellen van een mislukking worden het ontwerp en de soorten aangepast. Götsch zegt dan: ‘Thank you to inform me I made a design mistake’. Het bijdragen aan een veerkrachtig ophopend systeem is hierin steeds het bovenliggende doel.
Alles is er op gericht het oogsten van energie (het maximaliseren van de fotosynthese) steeds succesvoller te maken en is er op gericht deze gevormde groene biomassa als gemakkelijk opneembaar voedsel aan het bodemleven over te dragen.
Oranjehof Vrouwenpolder Zld
Maar wat mij nog het meeste gegrepen heeft is de wijze waarop talenten van soorten benut worden om gedegradeerde landschappen weer vruchtbaar te maken. De wijze waarmee op het juiste moment de juiste soorten aan te wenden het systeem steeds vruchtbaarder gemaakt kan worden, zelfs wanneer de condities extreem verslechterd zijn. Want feitelijk verkeren bijna alle landbouw- en bosgronden in een verslechterde conditie, bijna al deze gronden zijn verdicht. Het gebrek aan water en opneembare mineralen en gebrek aan lucht in de bodem is misschien wel het grootste hindernis bij het succesvol opstarten van bijvoorbeeld (voedsel)bos- en agroforestry systemen.
Het begrijpen van de talenten van iedere soort en de aanplant en het managen in een natuurlijke successie maakt het ontstaan van veerkrachtige productieve systemen mogelijk. Syntropische agroforestry-systemen zijn hierdoor bijzonder regeneratief en zeer goed bestand tegen de toenemende barre weersomstandigheden zoals droogte, overstromingen en stormen.
Maakt dit alles de naam Syntropische landbouw relevant genoeg om het van andere vormen van regeneratieve landbouw te onderscheiden? Ik vind dat niet zo'n interessante vraag, maar de principes en methoden die eruit voortkomen verbinden en innoveren des te meer, ze hebben mijn leven en die van vele anderen ingrijpend veranderd.